Afwijkende resolutie-framerate

Binnen de Europese televisie (broadcast) industrie zijn standaarden vast gesteld waar videobestanden en videosignalen aan moeten voldoen. Zoals standaard videoresoluties; het aantal beeldpunten, weergegeven in px (pixels), breedte keer hoogte. En standaard framerates; aantal beelden per seconde, weergegeven in fps (“frames per second”, Zie ook de extra uitleg Wat is framerate voor meer informatie). Deze frames zijn vervolgens ook in twee soorten: 1)progressive’, aangegeven met een ‘p’ en 2)interlaced’, aangegeven met een ‘i’. Deze ‘i’ of ‘p’ wordt altijd weergegeven na het framerate getal, of na een resolutie getal. Dit om aan te geven over wat voor frame soort het gaat. Bij Wat zijn fields wordt uitgelegd wat de termen ‘progressive en interlaced’ inhouden.

Door deze afgesproken standaarden kunnen we binnen de broadcast industrie een goede kwaliteit blijven waarborgen. Eén of meer van de aangeleverde videobestanden voldoet niet aan deze Europese standaard. Graag ontvangen we een nieuwe export van de video die aan de volgende standaard voldoet:

VASTGESTELDE VIDEOSTANDAARDEN

  1. Wat resolutie betreft moet het videobestand een beeldverhouding van 16:9 hebben in 1 van de volgende resoluties: 1280x720 (HD 720p), 1920x1080 (Full-HD 1080i/p), 3840x2160 (Ultra-HD 2160p).
  2. De framerate van de zender is 50i. Dus de volgende framerates geven het beste resultaat op zender: 25p, 50i of 50p. De volgende afwijkende framerates kunnen wij ook verwerken; Framerates gehanteerd in de Amerikaanse TV industrie: 23.97p, 29.97p, 59.94i, 30p, 59.94p of 60p. En framerates gehanteerd in de film industrie: 24p. Hoewel we deze afwijkende framerates ook goed kunnen verwerken, zullen de resultaten minder vloeiend zijn omdat er een framerate conversie plaats moet vinden. Meer informatie over framerate conversies vind je in Framerate conversie haperingen.

Heel belangrijk is dat in het hele productie proces alle framerate instellingen 1 gelijke waarde hebben. Dus opname (camera instellingen), verwerking (montage/effect instellingen) tot de uiteindelijke output van een videobestand (export/render/opslaan instellingen) moeten gelijk zijn. Anders ontstaan er haperingen door verschillende framerate conversies waardoor wij de video niet vloeiend kunnen verwerken en weergeven. Zie voor meer informatie hierover de uitleg Framerate conversies in het productieproces.